Lier, 22 november 2024: De Gilde der Heren van Lier stelt met trots haar nieuwe uitgave van de “Geschiedenis van Lier” voor. Het boek behandelt de geschiedenis vanaf WOI tot het jaar 2000. De jaren nadien worden in een laatste hoofdstuk kort besproken gezien onvoldoende historisch materiaal beschikbaar is. Het boek is een vervolg op het vorige werk dat de geschiedenis van Lier behandeld vanaf Gummarus tot voor WOI.
Het boek in een notendop
De auteur, Erik Aerts (°1954) hoogleraar emeritus aan KU Leuven, stelt met gedrevenheid en kennis zijn boek voor.
Waarom dit boek?
“De eerste zin in mijn woord vooraf is, dit boek drong als het ware zichzelf op en vroeg om te worden geschreven. Omdat een aantal Lierenaars mij gezegd hadden, het is spijtig dat je stopt rond 1914. In de praktijk eigenlijk zelfs al wat vroeger, want we wisten niet zoveel van die periode.
Herman Van de Wee, mijn medeauteur, en ik zijn allebei specialisten van vroegere eeuwen in die geschiedenis. Eigenlijk zijn we min of meer gestopt rond 1900 al. En de rest, dat was een groot vraagteken. We wisten niet allemaal wat er in hier gebeurde, ik zeker niet. Ik ben wel nog geboren, maar geen getogen Lierenaar.
Dus verschillende mensen zeiden, ja dat is leuk, we hebben nu dat verhaal gelezen vanaf Sint-Gumarus tot 1900, maar dat verhaal daarna zou ook wel interessant kunnen zijn. Waarom schrijf je dat eens niet? En dat is in mijn gedachten gebleven en toen ik dan zes jaar geleden met emeritaat ben gegaan in Leuven. Dan kreeg ik meer tijd.
Toen covid achter de rug was kwam het idee opnieuw naar boven om een boek Lier in de 20ste eeuw te maken. Drie jaar geleden ben ik aan dit boek begonnen. Ik durf gerust te zeggen, gemiddeld 12 uur per dag. En dit is het resultaat.
Lier, sociaal-economisch in de 20e eeuw. Dat volgt het verhaal waar wij de draad toen hebben achtergelaten namelijk 1900, een goede tij in Lier de zogenaamde belle epoque, zeker voor de burgerij in Lier. Voor mensen die aan de andere kant van het spectrum stonden was het wel wat minder maar die profiteerden toch van de vredesperiode die toen heerste vanaf 1830.
Eerste Wereldoorlog
Ik volg het verhaal van Lier tijdens de Eerste Wereldoorlog. De belle epoque werd brutaal aan flarden geschoten in september, oktober 1914 met het bombardement van Lier. Ik geef veel aandacht aan het leven tijdens WOI hier in Lier. De zwarte markt, de maximumprijzen, de woekerpraktijken en weet ik veel.
De ‘Gay Twenties’
En dan na de eerste wereldoorlog komt er hier een gunstige periode. De ‘gay twenties’ zoals men zegt in het Engels, de luchtige jaren 20. Een heel vrolijke periode en voor Lier ook een goede periode. Een periode van herstel. Die opnieuw, jammer genoeg wordt afgebroken, mooie liedjes duren niet lang en zeker niet in de economische geschiedenis, 1929 de grote depressie in Amerika, die waait hier met onze open economie vrij snel binnen en vanaf 1930 hebben we hier crisis. In Lier hoopte men dat deze crisis een kortstondige recessie is, maar die blijft maar duren. Die blijft duren het hele decennium, totdat WOII die crisis oplost. Oplost is een eufemisme, eigenlijk wegveegt van het beschaafde wereldtoneel.
Tweede Wereldoorlog
En voor Lier krijgen we dan een herhaling van wat er in 1914-18 is gebeurd, met één groot verschil gelukkig voor Lier, het is toen niet plat gebombardeerd geweest. Dus de gevolgen voor de bevolking waren veel minder erg dan tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar er was ook opnieuw veel schade. En vooral, in Lier werd toen eigenlijk definitief iets geïnstalleerd dat nog jaren, nog decennia zou aanslepen, namelijk tekorten op de arbeidsmarkt, te weinig werk in Lier waardoor duizenden Lierenaars verplicht waren buiten Lier te werken met de fiets of met de treinpendel. En een tweede probleem de woningnood en die bleef duren tot diep in de jaren 60. Lierenaars onder jullie weten de houten huizen, de noodbarakken van WOI, de laatste zijn pas verdwenen in de jaren 60. Dus dat zijn twee problemen die jaren blijven.
De ‘Silver Fifties’
En Lier in de jaren 50, we zijn nu na de oorlog, Lier in de jaren 50 maakt eigenlijk ook geen vrolijke indruk. In België, in de geschiedenis van België staan de jaren 50 bekend als de ‘silver fifties’,
de zilveren jaren 50. Het is nog geen goud, het is toch al zilver. Het goud wordt voorbereid. Dat is in Lier niet het geval. Omdat er in Lier veel werkloosheid was. En ten tweede vooral laag lonen.
En daarbovenop komt nog eens het verval van al die oude traditionele ambachten. Zoals de messenindustrie, de borstelindustrie, de confectie, de muziekinstrumenten.
Alleen Van Engelen blijft over. En vooral de schoenen. Een paar grote fabrieken, Primus en Corona blijven over, maar de rest gaat ook failliet. En natuurlijk, wat vooral failliet gaat, en dat was een tewerkstellingsfactor van duizenden vrouwen, de borduurkanten, de broderie.
De ‘Golden Sixties’
En dan is het wachten op de Golden Sixties, en dan betert dat hier in Lier toch ook. Voor België is dat een ongeëvenaarde periode van welvaart.
We gaan nu even naar de periode van welvaart. In Lier profiteert men ook van die welvaart. De lonen gaan naar omhoog, de werkloosheid vermindert. Waarom vermindert die? Omdat al die traditionele ambachten ondertussen verdwenen zijn. En omdat duizenden Lierenaars pendelen. Pendelen naar Antwerpen, pendelen naar Mortsel naar Gevaert. Toen ik daar vakantie op deed in mijn jonge jaren heb ik daar heel wat leraars ontmoet die met de fiets van de Paaienstraat of weet ik veel naar Edegem en naar Wilrijk en naar Mortsel trokken.
De OPEC crisis
Opnieuw, mooie liedjes duren niet lang, ik val in herhaling, 1972, OPEC, iets wat ouderen onder ons, die weten zich dat nog, gaan zich dat nog herinneren. OPEC, de olie exporteren de landen verhogen de olieprijs we krijgen niet autoloze zondagen we krijgen hier enorm dure energieprijs we krijgen galopperende inflatie kortom we gaan in een langdurige crisis die aanhoudt tot midden jaren 80 dat zijn de regeringen Martens en De Haene die met volmachten regeren die voortdurend niet populaire maatregelen moeten opleggen aan de bevolking. En die geconfronteerd worden met de massale werkloosheid.
Ik herinner mij dat nog heel goed, want het is in die periode dat ik op de markt ben gekomen, na mijn universitaire studies, en er was geen werk. Er waren alleen nepstatuten. Voor de jongeren, dat is iets wat vandaag niet meer bestaat, maar dat waren de BTK-projecten, bijzonder tijdelijk kader.
Dat waren de DAC-projecten, derde arbeidscircuit, en vooral dat waren de gesubsidieerde contractuele, de gesco's. Allemaal nepstatuten. En zo kon men toch een beetje de crisis bestrijden, ook in Lier was dat geen goede tijd.
Het Netekanaal
Gelukkig was er ondertussen het plan om met het Netekanaal iets te gaan doen. Het Netekanaal was gegraven vanaf 1939, was pas klaar in de jaren 60. En vooruitziende mensen, waaronder de toenmalige burgemeester Frans Breugelmans, die zeiden, daar kunnen we misschien iets mee doen. We moeten iets doen, want de stad loopt leeg. Elk jaar vertrekken er meer mensen dan er aankomen, elk jaar sterven er meer mensen dan er geboren worden. Iedereen loopt hier weg. Lier sterft uit, dat wordt ‘Bruges la morte’. We moeten iets doen.
De bedrijventerreinen
Dan is men die bedrijventerreinen gaan aanleggen. Eerst aan het Netekanaal, waar CBR is gekomen. Voor die tijd een reusachtige fabriek met wel draag honderden mensen te werk gesteld. En dan het bedrijventerrein Hagebroek.
Nog later is Mallekot gekomen. En die hebben gezorgd voor, ik ga niet zeggen een oplossing van de crisis. Die was te algemeen, maar die hebben toch de ergste gevolgen, de ergste nadelige gevolgen een beetje gemilderd.
Nieuw millennium – een positieve noot
Eind jaren 80 geraakt België uit de crisis en Lier volgt opnieuw braaf dat patroon. Ook Lier ziet dat het de werkstelling toeneemt en het wordt opnieuw een rustiger tijd. En zo kan Lier rustig uitkijken naar de komst van een nieuw millennium, dat is mijn laatste hoofdstuk, de jaren negentig, waarin Lier zich herstelt.
Ik eindig op een positieve noot, namelijk dat Lier voor het eerst in zijn geschiedenis, aan het eind van het vorige millennium, meer jobs heeft dan de actieve bevolking vraagt. Er is een overschot. Dus moest daar een perfecte match geweest zijn tussen het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid,
dan zou elke Lierenaar in zijn stad werk gevonden hebben en dat was dan ook zelfs overschot. Dat is natuurlijk niet. Want het is niet omdat je 500 jobs hebt voor bibliothecaris dat die allemaal opgevuld geraken. Dus je moet zo'n beroep doen op mensen van buiten de stad.
Maar in theorie was er een tewerkstellingscoëfficiënt, zoals dat heet in economische termen, van meer dan 100%. En dat is voor de eerste keer in de Lierse geschiedenis. En die is vandaag ook nog positief. Want in mijn algemeen besluit blik ik toch nog even naar de toekomst want ik
mag jullie gerust vertellen mijn aanvankelijke bedoeling was te gaan tot vandaag de dag van vandaag dat plan heb ik heel snel moeten laten varen omdat men in het archief mij niet de nodige documentatie kon bezorgen ook de juridische dienst van de stad durfde daar blijkbaar niet aan zullen
zich je vragen wat gaat dit allemaal met doen met die confidentiële informatie? Confidentieel, werkloosheidscijfers, productiecijfers, maar goed. Dat was toch een vorm van achterdocht zo. En vooral het archief zat nog veel bij de mensen in de kantoren, was niet neergelegd in het archief.
Dus in het archief depot bedoel ik dan, in de Dungelhoef kazerne. Met andere woorden, ik had te weinig materiaal. En dan ben ik maar gestopt in 2000. Maar in mijn laatste bladzijde blik ik toch even vooruit naar 2023. En dan moet ik zeggen, economisch gaat het Lier nog altijd vrij goed hoor.
We hebben hier nog altijd meer aanbod van arbeid dan dat er vraag is. Dat betekent dat we ook meer werkforensen hebben dan woonforensen. Dat betekent dus dat er meer mensen van buiten de stad, of meer Lierenaars, naar buiten kunnen gaan werken dan dat er niet-Lierenaars hier komen werken. Dat betekent dat Lier dus met andere woorden een centrum van bescheidende werkstelling is geworden. Dat Lier een verzorgende functie heeft voor het omliggende platteland. Dat Lier met andere woorden nog altijd een belangrijk dienstcentrum is geworden van regionale aard. Dat zijn allemaal economisch positieve factoren. Sociaal positieve factoren zijn dat Lier nog altijd een overschot heeft op de migratiebalans.
Er komen hier nu de laatste jaren meer mensen binnen dan dat er mensen buiten gaan. Het is ooit anders geweest. De bevolking groeit ook terug aan. We gaan naar de 40.000. Dus
in vergelijking met de periode na 1945 tot 1985, toen dat Lier elk jaar mensen verloor, is dat een positief iets. Zijn er dan geen aandachtspunten voor de nabije toekomst of voor de collega die vroeg of laat het vervolg schrijft op het boek dat nu bijna klaar ligt, ja die zijn er zeker. De jeugdwerkloosheid en de kansarmoede. Dat zijn twee uitdagingen voor het beleid in de nabije toekomst.”
Het boek
“Geschiedenis van Lier, economische en sociale vooruitgang in de stad tijdens de 20ste eeuw” door Erik Aerts is uitgegeven als paperback met zachte kaft op een formaat van 16 x 22 cm en telt 576 pagina’s. De nieuwe synthese van deze geschiedenis is de vrucht van drie jaar uitgebreid onderzoek in archieven en bibliotheken in Lier, maar ook in Antwerpen, Brussel, Gent en Leuven. Veel bronnenmateriaal wordt voor het eerst gebruikt in een overzicht dat aandacht schenkt aan de grote lijn, maar daarbij het detail niet schuwt.
Het boek verschijnt in het eerste kwartaal van 2025, maar je kan vanaf nu reeds een bestelling plaatsen aan de gunstige prijs van 29 euro. De normale winkelprijs bedraagt 39 euro.
Voorintekenen kan tot 31 januari 2025 via https://www.herenvanlier.be/winkel/
(MSL/foto’s MSL)